NOW 6.0 | 8e aanvraagperiode
NOW 5.0 | 7e aanvraagperiode
NOW 4.0 | 6e aanvraagperiode
NOW 3.0 | 3e, 4e en 5e aanvraagperiode
NOW 2.0 | 2e aanvraagperiode
NOW 1.0 | Definitieve vaststelling
NOW 1.0 | 1e aanvraagperiode
TVL Q1 2022
TVL Q4 2021 en definitieve vaststelling
TVL Q3 2021 en definitieve vaststelling
TVL Q2 2021 en definitieve vaststelling
Uitstel van betaling belasting en melding betalingsonmacht

NOW 6.0 | 8e aanvraagperiode

Vanaf 14 februari tot en met 13 april 2022 kan de NOW weer worden aangevraagd. Dit betreft de compensatie voor de loonkosten over de maanden januari, februari en maart 2022.

 

Hieronder zullen wij de belangrijkste punten omtrent de NOW 8e aanvraagperiode weergeven.

 

Omzet

Om in aanmerking te komen voor de NOW 8e aanvraagperiode, geldt een omzetdaling van minimaal 20% in de maanden januari, februari en maart 2022 ten opzichte van de omzet van 2019 gedeeld door vier.

 

Voor de berekening van de tegemoetkoming geldt een maximum van 90% omzetdaling.

 

Let op: Als jouw onderneming na 1 januari 2019 is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, geldt een afwijkende omzetperiode.
Neem in dat geval contact met ons op.

 

Loonsom en vrijstellingspercentage

De loonsom van oktober 2021 wordt als referentiemaand voor de subsidiehoogte gehanteerd. De loonsom van oktober 2021 moet worden vergeleken met de loonsom van de maanden januari, februari en maart 2022.

 

De loonsom mag met maximaal 15% dalen (ten opzichte van de loonsom in oktober 2021) zonder dat dit gevolgen heeft voor de definitieve tegemoetkoming.

 

Opslag werkgeverslasten

De vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten (zoals vakantiegeld en pensioenpremies) bedraagt 30%.

 

Hoogte subsidie

De subsidie vergoedt 85% van de loonkosten (inclusief opslag).

 

Het maximaal te vergoeden loon per werknemer betreft maximaal tweemaal het dagloon, zijnde maximaal € 9.952 per maand.

 

Aanvullende voorwaarden

  • Indien je een subsidievoorschot van € 125.000 of meer ontvangt of de subsidie op € 125.000 of meer wordt vastgesteld, dien je te verklaren dat je geen dividenden uitkeert, geen bonussen (waaronder winstdelingen) uitkeert aan het bestuur en geen eigen aandelen inkoopt. Deze voorwaarde geldt voor het jaar 2022.
  • Indien het een aanvraag op werkmaatschappij-niveau betreft, dan mag de moedermaatschappij of het groepshoofd van de groep waar de werkmaatschappij onderdeel van is ook geen bonussen uitkeren en mag de groep geen dividend/winstuitkering uitkeren of eigen aandelen inkopen. Dit geldt ook als jouw voorschot of jouw definitieve tegemoetkoming lager is dan € 125.000.
    Let op: Ontvang je een voorschot of een definitieve subsidie van meer dan € 125.000? Dan moet je een overeenkomst sluiten met een vertegenwoordiging van werknemers over het bonus- en dividendbeleid. De overeenkomst moet aanwezig zijn bij de aanvraag van de vaststelling van de NOW achtste aanvraagperiode.
  • Als je de arbeidsovereenkomst van een werknemer in de subsidieperiode beëindigt of niet verlengt, dan heb je een inspanningsplicht om de werknemer te begeleiden naar ander werk.
  • Indien je tussen 1 januari en 31 maart 2022 een aanvraag doet voor bedrijfseconomisch ontslag, heb je de plicht dit te melden via UWV Telefoon NOW (088 – 898 20 04). Meld je dit niet uiterlijk op 13 april 2022, dan wordt de definitieve subsidie met 5% verlaagd.
  • Je moet als werkgever verklaren dat jij je in zal spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing. Deze bij-/omscholing is mogelijk via de bestaande Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen en de SLIM-regeling. Daarnaast is er een aanvullend noodfonds: “NL leert door”. Met behulp van dit fonds kunnen werknemers kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen volgen, om zich te kunnen aanpassen naar de nieuwe economische situatie.
  • Je ontvangt na de aanvraag wederom een voorschot van 80% van het subsidiebedrag en bij de vaststelling de overige 20%.

 

Tot slot

Voor de volledigheid: na indiening van de NOW-aanvraag gelden voor jou als werkgever een aantal overige voorwaarden. Om te voorkomen dat deze na indiening van de aanvraag worden vergeten, worden deze hierna opgesomd:

  • Streef ernaar om de loonsom in de maanden januari, februari en maart 2022 niet lager te laten zijn dan in oktober 2021. Een dalende loonsom (meer dan 15%, in verband met het vrijstellingspercentage) leidt tot een flink(!) lagere subsidie. Houd werknemers, ongeacht de contractvorm, dan ook zo veel mogelijk in dienst en betaal het loon van de werknemers door. Mocht dit toch niet lukken, houd er dan rekening mee dat de subsidie alsnog deels wordt gekort en reserveer dan in ieder geval een deel, omdat er later een mogelijke terugbetalingsverplichting ontstaat. Per saldo bespaar je altijd door jouw loonsom zo laag mogelijk te houden omdat nooit 100% wordt gecompenseerd, maar je kunt wel relatief goedkoop personeel hun volledige salaris doorbetalen.
  • Gebruik de subsidie alleen om de loonsom te betalen.
  • Informeer jouw ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemers over de tegemoetkoming.
  • Houd een administratie bij waarmee UWV kan controleren of je aan alle voorwaarden voor de tegemoetkoming voldoet. Bewaar dit tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming.
  • Blijf de loonaangifte op tijd doen.
  • Informeer UWV indien er omstandigheden zijn die gevolgen hebben voor de tegemoetkoming, bijvoorbeeld als het bedrijf stopt.
  • Werk mee aan onderzoek van UWV als dat nodig is om een beslissing over de tegemoetkoming te nemen.

NOW 5.0 | 7e aanvraagperiode

Vanaf 13 december 2021 tot en met 31 januari 2022 kan de NOW 5.0 (zevende aanvraagperiode) worden aangevraagd voor compensatie van de loonsom over de periode van november tot en met december 2021. Deze compensatie geldt niet voor bedrijven die na 1 oktober 2021 zijn gestart.

 

Hieronder zullen wij de belangrijkste punten omtrent de NOW 5.0 weergeven.

 

Omzet

Om in aanmerking te komen voor de NOW 5.0, geldt een omzetdaling van minimaal 20% in de maanden november en december 2021 ten opzichte van de omzet van 2019 gedeeld door zes.

Indien je ook NOW 4.0 hebt aangevraagd, hoeft de gekozen periode niet aan te sluiten op de maanden november en december 2021. De periodes mogen elkaar dus overlappen.

Voor de berekening van de tegemoetkoming geldt een maximum van 90% omzetdaling.
Bij de aanvraag van de NOW 5.0 kan maximaal 80% omzetdaling worden ingevuld. Indien je meer dan 80% omzetverlies hebt, kan bij de definitieve vaststelling maximaal 90% omzetverlies worden ingevuld. In het geval uit de definitieve berekening blijkt dat je een te lage tegemoetkoming hebt ontvangen, dan zal een nabetaling volgen.

 

Let op: Als jouw onderneming na 1 januari 2019 is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, geldt een afwijkende omzetperiode. Neem in dat geval contact met ons op.

 

Loonsom en vrijstellingspercentage

De loonsom van september 2021 wordt als referentiemaand voor de subsidiehoogte gehanteerd. De loonsom van september 2021 moet worden vergeleken met de loonsom van de maanden november en december 2021.

 

De loonsom mag met maximaal 15% dalen (ten opzichte van de loonsom in september 2021) zonder dat dit gevolgen heeft voor de definitieve tegemoetkoming.

 

Opslag werkgeverslasten

De vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten (zoals vakantiegeld en pensioenpremies) blijft 40%.

 

Hoogte subsidie

De subsidie vergoedt 85% van de loonkosten (inclusief opslag).

 

Het maximaal te vergoeden loon per werknemer betreft maximaal tweemaal het dagloon, zijnde een bedrag van € 9.813 bruto per maand.

 

Aanvullende voorwaarden

  • Indien je een subsidievoorschot van € 125.000 of meer ontvangt of de subsidie op € 125.000 of meer wordt vastgesteld, dien je te verklaren dat je geen dividenden uitkeert, geen bonussen (waaronder winstdelingen) uitkeert aan het bestuur en geen eigen aandelen inkoopt. Deze voorwaarde geldt voor het jaar 2021.
    Indien het een aanvraag op werkmaatschappij-niveau betreft, dan mag de moedermaatschappij of het groepshoofd van de groep waar de werkmaatschappij onderdeel van is ook geen bonussen uitkeren en mag de groep geen dividend/winstuitkering uitkeren of eigen aandelen inkopen. Dit geldt ook als jouw voorschot of jouw definitieve tegemoetkoming lager is dan € 125.000.
  • Let op: Ontvang je een voorschot of een definitieve subsidie van meer dan € 125.000? Dan moet je een overeenkomst sluiten met een vertegenwoordiging van werknemers over het bonus- en dividendbeleid. De overeenkomst moet aanwezig zijn bij de aanvraag van de vaststelling van de NOW 5.0.
  • Als je de arbeidsovereenkomst van een werknemer in de subsidieperiode beëindigt of niet verlengt, dan heb je een inspanningsplicht om de werknemer te begeleiden naar ander werk.
    Indien je tussen 27 november en 31 december 2021 een aanvraag doet voor bedrijfseconomisch ontslag, heb je de plicht dit te melden via UWV Telefoon NOW (088 – 898 20 04). Meld je dit niet uiterlijk op 31 januari 2022, dan wordt de definitieve subsidie met 5% verlaagd.
  • Je moet als werkgever verklaren dat jij je in zal spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing. Deze bij-/omscholing is mogelijk via de bestaande Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen en de SLIM-regeling. Daarnaast is er een aanvullend noodfonds: “NL leert door”. Met behulp van dit fonds kunnen werknemers kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen volgen, om zich te kunnen aanpassen naar de nieuwe economische situatie.
  • Je ontvangt na de aanvraag wederom een voorschot van 80% van het subsidiebedrag en bij de vaststelling de overige 20%.

 

Tot slot

Voor de volledigheid: na indiening van de NOW-aanvraag gelden voor jou als werkgever een aantal overige voorwaarden. Om te voorkomen dat deze na indiening van de aanvraag worden vergeten, worden deze hierna opgesomd:

  • Streef ernaar om de loonsom in de maanden november en december 2021 niet lager te laten zijn dan in september 2021. Een dalende loonsom (meer dan 15%, in verband met het vrijstellingspercentage) leidt tot een flink(!) lagere subsidie. Houd werknemers, ongeacht de contractvorm, dan ook zo veel mogelijk in dienst en betaal het loon van de werknemers door. Mocht dit toch niet lukken, houd er dan rekening mee dat de subsidie alsnog deels wordt gekort en reserveer dan in ieder geval een deel, omdat er later een mogelijke terugbetalingsverplichting ontstaat. Per saldo bespaar je altijd door jouw loonsom zo laag mogelijk te houden omdat nooit 100% wordt gecompenseerd, maar je kunt wel relatief goedkoop personeel hun volledige salaris doorbetalen.
  • Gebruik de subsidie alleen om de loonsom te betalen.
  • Informeer jouw ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemers over de tegemoetkoming.
  • Houd een administratie bij waarmee UWV kan controleren of je aan alle voorwaarden voor de tegemoetkoming voldoet. Bewaar dit tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming.
  • Blijf de loonaangifte op tijd doen.
  • Informeer UWV indien er omstandigheden zijn die gevolgen hebben voor de tegemoetkoming, bijvoorbeeld als het bedrijf stopt.
  • Werk mee aan onderzoek van UWV als dat nodig is om een beslissing over de tegemoetkoming te nemen.

NOW 4.0 | 6e aanvraagperiode

Vanaf 26 juli 2021 tot en met 30 september 2021 kon de NOW 4.0 (zesde aanvraagperiode) worden aangevraagd voor compensatie van de loonsom over de periode van juli tot en met september 2021.

 

Hieronder zullen wij de belangrijkste punten omtrent de NOW 4.0 weergeven.

 

Omzet

Het criterium van minimaal 20% omzetdaling blijft ongewijzigd. Voor de NOW 4.0 gold een maximaal op te geven omzetdaling van 80%. Dit is een nieuwe voorwaarde ten opzichte van eerdere NOW-aanvraagperioden. Dus ook als jouw omzetdaling 90% bedraagt, ontvang je subsidie op basis van 80% omzetdaling.

 

De omzetdaling moet nog steeds minimaal 20% bedragen over een periode van drie maanden. Daarbij kon je kiezen om de periode van drie maanden in te laten gaan op 1 juli 2021, 1 augustus 2021 of 1 september 2021. Indien je ook NOW 3.3 hebt aangevraagd, moest de periode van drie maanden van de NOW 4.0 aansluiten op de gekozen driemaands-periode van de NOW 3.3. De omzetdaling moest worden berekend door de totale omzet van 2019 te delen door vier, waarna deze omzet diende te worden vergeleken met de te verwachten omzet in de gekozen driemaands-periode in 2021.

 

De TVL telt niet meer mee in de omzet voor de NOW. Indien je ook TVL aanvraagt, zal jouw omzetdaling hierdoor hoger uitvallen en kun je dus een hogere NOW-subsidie aanvragen.

 

Loonsom en vrijstellingspercentage

De loonsom van februari 2021 werd als referentiemaand voor de subsidiehoogte gehanteerd. De loonsom van februari 2021 moest worden vergeleken met de loonsom van de maanden juli 2021 tot en met september 2021.

 

Ook bij de NOW 4.0 werd ruimte geboden om een gedeelte van de loonsom te laten dalen zonder dat dit invloed had op de hoogte van de subsidie, het zogenoemde ‘vrijstellingspercentage’. Bij de NOW 4.0 mocht de loonsom met maximaal 10% dalen (ten opzichte van de loonsom in februari 2021) zonder dat dit gevolgen heeft voor de definitieve tegemoetkoming.

 

Opslag werkgeverslasten

De vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten (zoals vakantiegeld en pensioenpremies) blijft 40%.

 

Hoogte subsidie

De subsidie vergoedt 85% van de loonkosten (inclusief opslag).

 

Het maximaal te vergoeden loon per werknemer betreft maximaal tweemaal het dagloon, zijnde een bedrag van € 9.813 bruto per maand.

 

Aanvullende voorwaarden

  • Indien je een subsidievoorschot van € 125.000 of meer ontvangt of de subsidie op € 125.000 of meer wordt vastgesteld, dien je te verklaren dat je geen dividenden uitkeert, geen bonussen (waaronder winstdelingen) uitkeert aan het bestuur en geen eigen aandelen inkoopt. Deze voorwaarde geldt voor het jaar 2021.
    Indien het een aanvraag op werkmaatschappij-niveau betreft, dan mag de moedermaatschappij of het groepshoofd van de groep waar de werkmaatschappij onderdeel van is ook geen bonussen uitkeren en mag de groep geen dividend/winstuitkering uitkeren of eigen aandelen inkopen. Dit geldt ook als jouw voorschot of jouw definitieve tegemoetkoming lager is dan € 125.000.
  • Let op: Ontvang je een voorschot of een definitieve subsidie van meer dan € 125.000? Dan moet je een overeenkomst sluiten met een vertegenwoordiging van werknemers over het bonus- en dividendbeleid. Dit is een nieuwe voorwaarde. De overeenkomst moet aanwezig zijn bij de aanvraag van de vaststelling van de NOW 4.0.
  • Als je de arbeidsovereenkomst van een werknemer in de subsidieperiode beëindigt of niet verlengt, dan heb je een inspanningsplicht om de werknemer te begeleiden naar ander werk.
    Indien je een aanvraag doet voor bedrijfseconomisch ontslag, heb je de plicht dit te melden via UWV Telefoon NOW (088 – 898 20 04). Meld je dit niet, dan wordt de definitieve subsidie met 5% verlaagd.
  • Je moet als werkgever verklaren dat jij je in zal spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing. Deze bij-/omscholing is mogelijk via de bestaande Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen en de SLIM-regeling. Daarnaast is er een aanvullend noodfonds: “NL leert door”. Met behulp van dit fonds kunnen werknemers kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen volgen, om zich te kunnen aanpassen naar de nieuwe economische situatie.
  • Je ontvangt na de aanvraag wederom een voorschot van 80% van het subsidiebedrag en bij de vaststelling de overige 20%.

 

Tot slot

Voor de volledigheid: na indiening van de NOW-aanvraag gelden voor jou als werkgever een aantal overige voorwaarden. Om te voorkomen dat deze na indiening van de aanvraag worden vergeten, worden deze hierna opgesomd:

  • Streef ernaar om de loonsom in de maanden juli tot en met september 2021 niet lager te laten zijn dan in februari 2021. Een dalende loonsom (meer dan 10%, in verband met het vrijstellingspercentage) leidt tot een flink(!) lagere subsidie. Houd werknemers, ongeacht de contractvorm, dan ook zo veel mogelijk in dienst en betaal het loon van de werknemers door. Mocht dit toch niet lukken, houd er dan rekening mee dat de subsidie alsnog deels wordt gekort en reserveer dan in ieder geval een deel, omdat er later een mogelijke terugbetalingsverplichting ontstaat. Per saldo bespaar je altijd door jouw loonsom zo laag mogelijk te houden omdat nooit 100% wordt gecompenseerd, maar je kunt wel relatief goedkoop personeel hun volledige salaris doorbetalen.
  • Gebruik de subsidie alleen om de loonsom te betalen.
  • Informeer jouw ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemers over de tegemoetkoming.
  • Houd een administratie bij waarmee UWV kan controleren of je aan alle voorwaarden voor de tegemoetkoming voldoet. Bewaar dit tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming.
  • Blijf de loonaangifte op tijd doen.
  • Informeer UWV indien er omstandigheden zijn die gevolgen hebben voor de tegemoetkoming, bijvoorbeeld als het bedrijf stopt.
  • Werk mee aan onderzoek van UWV als dat nodig is om een beslissing over de tegemoetkoming te nemen.

NOW 3.0 | 3e, 4e en 5e aanvraagperiode

De NOW 3 betrof wederom een compensatie voor de loonkosten. De NOW 3 zal (met terugwerkende kracht) gelden per 1 oktober 2020 en bestaat uit drie tijdvakken van steeds drie maanden:

  • NOW 3.1 (derde aanvraagperiode): 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020
  • NOW 3.2 (vierde aanvraagperiode): 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021
  • NOW 3.3 (vijfde aanvraagperiode:: 1 april 2021 tot en met 30 juni

 

De tijdvakken staan los van elkaar, zodat je voor elk tijdvak kon besluiten om wel of geen aanvraag te doen. Ook als je geen gebruik hebt gemaakt van de NOW 1.0 en/of de NOW 2.0, kon je wél een aanvraag indienen voor de NOW 3.

 

Ten opzichte van de NOW 2.0 blijven een aantal voorwaarden ongewijzigd:

  • Vereist blijft een omzetdaling van minimaal 20%.
  • De vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten (zoals vakantiegeld en pensioenpremies) blijft 40%.
  • Ook onder de NOW 3 geldt er een verbod op het uitkeren van bonussen, dividenden en inkoop van eigen aandelen. Indien het een aanvraag op werkmaatschappij-niveau betreft, dan mag de moedermaatschappij of het groepshoofd van de groep waar de werkmaatschappij onderdeel van is ook geen bonussen uitkeren en mag de groep geen dividend/winstuitkering uitkeren of eigen aandelen inkopen. Dit geldt ook als jouw voorschot of jouw definitieve tegemoetkoming lager is dan € 125.000.
  • Je moet je als werkgever blijven inspannen om werknemers bij of om te scholen. Deze bij-/omscholing is mogelijk via de bestaande Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen en de SLIM-regeling. Daarnaast heeft het kabinet een aanvullend noodfonds ter beschikking gesteld: “NL leert door”, waar werknemers kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen kunnen volgen, om zich te kunnen aanpassen naar de nieuwe economische situatie.
  • Je ontvangt na de aanvraag wederom een voorschot van 80% van het subsidiebedrag, bij de definitieve vaststelling van de subsidie ontvang je de overige 20%.

 

Er zijn echter ook een aantal wijzigingen/aanvullingen van toepassing in de NOW 3. Deze bespreken we hierna wat uitgebreider.

 

Omzet

 

NOW 3.1 (derde aanvraagperiode)

Voor de omzetdaling moest een periode van drie maanden worden gekozen tussen 1 oktober 2020 en 28 februari 2021. Je kon er dus voor kiezen om de driemaandsperiode in te laten gaan op 1 oktober 2020, 1 november 2020 of 1 december 2020. Indien je ook de NOW 2.0 hebt aangevraagd, moest het eerste tijdvak van de NOW 3 aansluiten op het gekozen tijdvak in de NOW 2.0.

 

NOW 3.2 (vierde aanvraagperiode)

Voor de omzetdaling moest een periode van drie maanden worden gekozen tussen 1 januari 2021 en 31 mei 2021. Je kon er dus voor kiezen om de driemaandsperiode in te laten gaan op 1 januari 2021, 1 februari 2021 of 1 maart 2021. Ook hier gold dat de gekozen periode moest aansluiten op de periode die is gekozen bij het eerste tijdvak van de NOW 3 (indien van toepassing).

 

NOW 3.3 (vijfde aanvraagperiode)

Voor de omzetdaling moest een periode van drie maanden worden gekozen tussen 1 april 2021 en 31 augustus 2021. Je kon er dus voor kiezen om de driemaandsperiode in te laten gaan op 1 april 2021, 1 mei 2021 of 1 juni 2021. Wederom moest de gekozen periode aansluiten op de periode die is gekozen bij NOW 3.2 (indien van toepassing).

 

De omzetdaling moest worden berekend door de totale omzet van 2019 te delen door vier, waarna deze omzet dient te worden vergeleken met de te verwachten omzet in de gekozen driemaandsperiode van de NOW 3.

 

Hoogte subsidie

In de NOW 1.0 en NOW 2.0 werd kort gezegd 90% van de loonkosten vergoed. Bij de NOW 3.1 werd nog slechts 80% van de loonkosten vergoed. Bij de NOW 3.2 en 3.3 ging het maximale vergoedingspercentage weer iets omhoog, toen werd maximaal 85% van de loonkosten vergoed.

 

Loonsom

De loonsom van juni 2020 werd als referentiemaand gehanteerd bij het berekenen van de subsidie. Indien de loonsom van juni 2020 niet bekend is, wordt uitgegaan van de loonsom van april 2020. De loonsom van de referentiemaand wordt bij de definitieve vaststelling van de subsidie vergeleken met de feitelijke loonsom in de verschillende tijdvakken in de NOW 3.

 

Bovengrens loon per werknemer

Het maximaal te vergoeden loon per werknemer was bij de NOW 3.1 € 9.691. Bij de NOW 3.2 en 3.3 gold een bovengrens van € 9.718.

 

Gevolgen bij ontslag

In de NOW 3 bestaat iets meer ruimte om herstructureringen in jouw organisatie door te voeren, zonder dat dit direct leidt tot een verlaging van de subsidie. Hier staan echter wel een aantal extra inspanningsverplichtingen voor jou als werkgever tegenover.

 

Daling van de loonsom

Bij de eerdere NOW-regelingen gold dat een daling van jouw feitelijke loonsom ten opzichte van de loonsom in de referentiemaand, leidde tot een lagere subsidie. Onder NOW 3 mag jouw loonsom met maximaal 10% dalen ten opzichte van de loonsom in juni 2020 (of april 2020), zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van jouw subsidie.

 

Ontslagboete verdwijnt

De ontslagboete uit de NOW 1.0 en 2.0 bij een ontslagaanvraag bij UWV wegens bedrijfseconomische redenen verdwijnt. Bij de NOW 3 zal dus geen korting op de subsidie meer plaatsvinden bij ontslag.

 

Inspanningsverplichting

Je hebt als werkgever de verplichting om je in te spannen bij de begeleiding van een werknemer naar ander werk, indien je de arbeidsovereenkomst van de betreffende werknemer in een subsidieperiode beëindigt of niet verlengt. Indien je niet aan deze verplichtingen voldoet, kan dit leiden tot verval van de gehele subsidie.

 

In het geval je in de subsidieperiode een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient bij UWV, ben je bovendien verplicht dit te melden via UWV Telefoon NOW (088 – 898 20 04). Bij de definitieve vaststelling van de subsidie zal het UWV controleren of je als werkgever hebt voldaan aan deze meldplicht. Indien je dit niet hebt gedaan, wordt een korting van 5% op het subsidiebedrag toegepast.

 

Definitieve vaststelling indienen

De verzoeken tot definitieve vaststelling van de subsidie kunnen worden ingediend in de volgende periodes:

  • NOW 3.1: vanaf 4 oktober 2021 tot en met 22 februari 2023
  • NOW 3.2: vanaf 31 januari 2022 tot en met 22 februari 2023
  • NOW 3.3: vanaf 31 januari 2022 tot en met 22 februari 2023

NOW 2.0 | 2e aanvraagperiode

De NOW 2.0 kon worden ingediend vanaf 6 juli tot en met 31 augustus 2020. Het ging hier om een compensatie van de loonsom over de periode van juni tot en met september 2020. Het UWV had wederom 13 weken de tijd om te beslissen op jouw aanvraag en het voorschot van 80% van het subsidiebedrag aan jou uit te betalen.

 

Voor de NOW 2.0 gold nog steeds dat bedrijven met minstens twintig procent omzetverlies een tegemoetkoming van maximaal negentig procent van hun loonkosten konden krijgen, naar rato van hun omzetverlies.

 

Hieronder zullen wij de belangrijkste punten uit de NOW 2.0 regeling weergeven.

 

Omzet

Het criterium van minimaal 20% omzetdaling blijft dus ongewijzigd. Ook voor de NOW 2.0 moest weer een keuze voor de periode van omzetdaling worden gemaakt. Voor de NOW 2.0 geldt een viermaandsperiode, welke kan beginnen op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. De omzetdaling moest worden berekend door de totale omzet van 2019 te delen door drie, waarna deze omzet dient te worden vergeleken met de te verwachten omzet in de gekozen viermaandsperiode in 2020. Voorwaarde hierbij is dat, indien je de NOW 1.0 hebt aangevraagd, de te kiezen viermaandsperiode moet aansluiten op de gekozen driemaandsperiode van de NOW 1.0, tenzij je de NOW 1.0 alsnog intrekt. In dat geval staat het je alsnog vrij om de viermaandsperiode te kiezen.

 

Let op: De Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB moet (in tegenstelling tot de TOGS in de NOW 1.0) wél worden meegeteld als omzet bij het bepalen van het percentage omzetdaling.

 

Loonsom

De loonsom van maart 2020 wordt als referentiemaand voor de subsidiehoogte gehanteerd. Indien de loonsom van maart niet bekend is, wordt uitgegaan van de loonsom van november 2019. De loonsom van de referentiemaand wordt vergeleken met de loonsom van de viermaandsperiode van 1 juni tot en met 30 september 2020.

 

Opslag werkgeverslasten

In de NOW 1.0 is rekening gehouden met een opslag van 30% voor werkgeverslasten, bovenop het bedrag van de loonsom. Deze opslag werd in de NOW 2.0 verhoogd naar 40%. De subsidie wordt vanaf 1 juni 2020 dus gebaseerd op 140% van de loonsom.

 

Aanvullende voorwaarden

  • Indien jij (of het concern gezamenlijk) een subsidievoorschot van € 100.000 of meer ontvangt of de subsidie op € 125.000 of meer wordt vastgesteld, dien je te verklaren dat je geen dividenden uitkeert, geen bonussen (waaronder winstdelingen) uitkeert aan het bestuur, en geen eigen aandelen inkoopt. Deze voorwaarde geldt voor het jaar 2020 en tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. Lees meer over het dividend/bonusverbod in het blog van Sanne Freriks.
  • Je dient te verklaren dat je in de periode van 1 juni tot en met 30 september 2020 geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen zal indienen. Doe je een dergelijke aanvraag toch, dan zal er een korting volgen op de subsidie van 100% (in plaats van 150%) van het SV-loon van de voor ontslag voorgedragen werknemer.
    Let op: de reguliere ontslagbescherming en de verplichting tot het betalen van de wettelijke transitievergoeding blijven gewoon bestaan.
  • Indien je in de periode van 30 mei tot en met 30 september 2020 een melding doet voor de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) en je vraagt voor 20 of meer werknemers per WMCO-werkgebied ontslag aan, dan wordt, naast de reguliere 100%-verlaging, de uiteindelijke totale subsidie extra gekort met 5%. Het subsidiebedrag wordt niet met 5% verlaagd, indien je een akkoord hebt bereikt met de betrokken vakbonden, een personeelsvertegenwoordiging of werknemers of (bij gebreke van een akkoord) mediation tussen partijen is aangevraagd. Mediation dient dan te worden aangevraagd bij een commissie van de Stichting van de Arbeid.
  • Je moet als werkgever verklaren dat jij je in zal spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing. Deze bij-/omscholing is mogelijk via de bestaande Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen en de SLIM-regeling. Daarnaast stelt het kabinet een aanvullend noodfonds ter beschikking: “NL leert door”. Met behulp van dit fonds kunnen werknemers vanaf juli kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen volgen, om zich te kunnen aanpassen naar de nieuwe economische situatie. Lees hier het blog van onze collega Silvia Hendriksen, waarin zij dieper ingaat op de inspanningsverplichtingen.

 

Definitieve vaststelling van de subsidie

Bij de aanvraag van de vaststelling van de subsidie dien je een accountantsverklaring te overleggen in het geval je een voorschot van € 100.000 of meer hebt ontvangen, of indien de totale subsidie € 125.000 bedraagt. Als je een voorschot hebt ontvangen van € 20.000 of meer, of als de totale subsidie € 25.000 of meer bedraagt, dan dien je een verklaring van een deskundige derde te overleggen. Indien je onder deze grens zit, heb je geen verklaring nodig.

 

Voor de NOW 2.0 kan de definitieve vaststelling worden aangevraagd vanaf 15 maart 2021 tot en met 31 maart 2022.

 

Na jouw aanvraag tot definitieve vaststelling heeft het UWV 52 weken de tijd om te beslissen op jouw aanvraag.

 

Tot slot

Voor de volledigheid: na indiening van de NOW-aanvraag (zowel voor 1.0 als 2.0) gelden voor jou als werkgever ook nog een aantal overige voorwaarden. Om te voorkomen dat deze na indiening van de aanvraag worden vergeten, worden deze hierna opgesomd:

  • Streef ernaar om de loonsom in de maanden juni tot en met september 2020 niet lager te laten zijn dan in maart 2020. Een dalende loonsom leidt tot een flink(!) lagere subsidie. Houd werknemers, ongeacht de contractvorm, dan ook zo veel mogelijk in dienst en betaal het loon van de werknemers door. Mocht dit toch niet lukken, houd er dan rekening mee dat de subsidie alsnog deels wordt gekort en reserveer dan in ieder geval een deel, omdat er later een mogelijke terugbetalingsverplichting ontstaat. Per saldo bespaar je altijd door jouw loonsom zo laag mogelijk te houden omdat nooit 100% wordt gecompenseerd, maar je kunt wel relatief goedkoop personeel hun volledige salaris doorbetalen.
  • Gebruik de subsidie alleen om de loonsom te betalen.
  • Informeer jouw ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemers over de tegemoetkoming.
  • Houd een administratie bij waarmee UWV kan controleren of je aan alle voorwaarden voor de tegemoetkoming voldoet. Bewaar dit tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming.
  • Blijf de loonaangifte op tijd doen.
  • Informeer UWV indien er omstandigheden zijn die gevolgen hebben voor de tegemoetkoming, bijvoorbeeld als het bedrijf stopt.
  • Werk mee aan onderzoek van UWV als dat nodig is om een beslissing over de tegemoetkoming te nemen. UWV kan tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming onderzoek doen.

NOW 1.0 | Definitieve vaststelling

Heb je een tegemoetkoming van de NOW 1.0 ontvangen? Dan kon je tot en met 31 oktober 2021 een verzoek indienen tot definitieve vaststelling.

 

Voor het invullen van de definitieve vaststelling,
heb je de volgende gegevens nodig:

  • Jouw bedrijfsgegevens: naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres, KVK-nummer, gegevens contactpersoon.
  • Het loonheffingennummer waarvoor je een tegemoetkoming hebt ontvangen. Voor ieder loonheffingennummer moet je een aparte aanvraag indienen.
  • De hoogte van het bedrag dat je als voorschot hebt ontvangen.
  • Het werkelijke percentage omzetverlies in de periode die je hebt opgegeven bij jouw aanvraag.
    Let op: onder meer de ontvangen TVL en TOGS-subsidies tellen mee als omzet.
  • Het rekeningnummer en de tenaamstelling.
  • Een kopie van jouw bankafschrift (scan of schermafbeelding). Rekeningnummer en naam rekeninghouder moeten goed zichtbaar zijn.
  • Let op: indien je een voorschot hebt ontvangen van € 20.000 of meer of indien je als concern een aanvraag op werkmaatschappijniveau hebt ingediend, dan ben je verplicht een derdenverklaring of accountantsverklaring mee te sturen. Indien dit op jou van toepassing is, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met jouw contactpersoon binnen BonsenReuling.

De aanvraagtermijn voor de definitieve berekening is voor alle werkgevers gelijkgetrokken. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen werkgevers die een derdenverklaring, een accountantsverklaring of geen aanvullende verklaring nodig hebben.

NOW 1.0 | 1e aanvraagperiode

De eerste compensatie voor de loonkosten kon vanaf april 2020 tot en met eind mei 2020 worden aangevraagd. De voorwaarden die destijds golden, beschrijven we hierna.

 

Hoogte subsidie

Indien je aan de voorwaarden voldoet, kun je een subsidie aanvragen voor jouw loonkosten. De hoogte is afhankelijk van jouw loonkosten en van je omzetdaling. Het percentage van jouw loonkosten waar je een subsidie voor ontvangt, is 90% van het percentage dat jouw omzet daalt. Enkele voorbeelden: indien je 100% omzetdaling hebt, ontvang je een subsidie van 90% van jouw loonkosten. Indien je 50% omzetdaling hebt, ontvangt je een subsidie van 45% van jouw loonkosten.

 

Na goedkeuring van jouw aanvraag stelt het UWV een voorschot beschikbaar van 80% van de te verwachten subsidie. Dit voorschot wordt in drie termijnen betaald.

 

Loonsom

De subsidie bedraagt maximaal 90% van jouw loonsom. Onder deze loonsom valt het loon voor de sociale verzekeringen (SV-loon) uit tegenwoordige dienstbetrekking (dus bijvoorbeeld geen ontslagvergoedingen). Daarnaast wordt rekening gehouden met een vaste forfaitaire opslag van 30% over de loonsom, voor alle werkgeverslasten (denk aan werkgeverspremies, pensioenpremies, vakantietoeslag, enzovoorts). De subsidie wordt dus uiteindelijk gebaseerd op 130% van jouw loonsom.

 

Alleen het loon tot tweemaal het maximum maandloon (€ 9.538 bruto per maand) komt in aanmerking. Het loon dat een werknemer ontvangt boven deze grens telt dus niet mee voor de subsidie.

 

De NOW staat ook open voor buitenlandse werkgevers die een werknemer in dienst hebben die in Nederland sociaal verzekerd is. Uiteraard dienen ook zij aan alle voorwaarden te voldoen.

 

Let op: het salaris dat wordt betaald aan DGA’s die niet verplicht sociaal verzekerd zijn, telt niet mee voor de subsidie. Voor dit salaris kun je dus géén subsidie aanvragen.

 

Bij de subsidieaanvraag zal worden gekeken naar jouw loonkosten in januari 2020 (maal drie maanden). Op die loonkosten wordt jouw subsidie (en daarmee jouw voorschot) in eerste instantie gebaseerd. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt gekeken naar de feitelijke loonkosten in de maanden maart tot en met mei 2020. Indien de feitelijke loonkosten in deze maanden lager blijken te zijn, wordt de subsidie lager vastgesteld. Indien de feitelijke loonkosten in deze maanden hoger blijken te zijn, wordt géén hogere subsidie vastgesteld.

 

Voorwaarde 1: omzetdaling minimaal 20%

Om te berekenen wat jouw omzetdaling is, moet je 25% van jouw omzet in 2019 vergelijken met de verwachte omzet over een periode van drie aaneengesloten maanden in 2020. Je mag daarbij zelf de startmaand van deze periode kiezen, de opties zijn: 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Met eventuele seizoensinvloeden of groeiambities is bewust geen rekening gehouden, om de regeling zo simpel mogelijk te houden.

 

Indien jouw onderneming onderdeel is van een groep ondernemingen, moet de omzetdaling over de gehele groep worden berekend.

 

Indien de (verwachte) omzetdaling over de door jou gekozen drie maanden gemiddeld 20% of hoger is, kom je in aanmerking voor de NOW-regeling.

 

Voorwaarde 2: inspanningsverplichting om loonkosten op peil te houden

Je hebt als werkgever een inspanningsverplichting om jouw loonkosten in de maanden maart tot en met mei 2020 zoveel mogelijk gelijk te houden aan jouw loonkosten in januari 2020. Indien de loonkosten in maart t/m mei 2020 lager uitvallen, wordt over dit verschil achteraf een korting op jouw subsidie toegepast. Deze korting is in veel gevallen niet naar rato, en kan behoorlijk oplopen. Het is in de meeste gevallen dus raadzaam om oproepkrachten door te betalen (minimaal het aantal uren dat zij in januari 2020 betaald hebben gekregen), en tijdelijke arbeidsovereenkomsten die in de komende maanden aflopen te verlengen tot minimaal 1 juni 2020.

 

Voorwaarde 3: geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen

Je mag in de periode waarover je de subsidie wil aanvragen, géén ontslag aanvragen bij het UWV vanwege bedrijfseconomische redenen. Doe je dit toch, dan wordt een korting op jouw subsidie toegepast die altijd hoger is dan de loonkosten die je zou besparen bij ontslag. Een ontslagaanvraag bij het UWV kost bovendien behoorlijk wat tijd (zeker in combinatie met de opzegtermijn die je in acht moet nemen). Dus indien je in aanmerking komt voor de NOW-regeling, is ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen in de meeste gevallen niet verstandig.

 

Overige voorwaarden

  • de verstrekte subsidie mag uitsluitend worden gebruikt voor betaling van jouw loonkosten
  • je verstrekt na afloop van de subsidieperiode definitieve omzetcijfers met accountantsverklaring (voor de kleinere aanvragen zal geen accountantsverklaring nodig zijn, wat onder ‘kleinere aanvragen’ moet worden verstaan wordt nog bekend gemaakt)
  • je informeert jouw personeel (al dan niet via de OR/PVT) over de subsidieverlening;
  • je doet steeds tijdig loonaangifte, houdt een controleerbare administratie bij en verstrekt tot 5 jaar na datum vaststelling subsidie op verzoek inzicht in deze administratie
  • indien je een loonkostensubsidie ontvangt op grond van de Participatiewet, moet je de instantie die deze subsidie verstrekt informeren indien je subsidie ontvangt op grond van de NOW.

 

Bij de definitieve vaststelling van de subsidie moet je een verklaring afgeven dat je aan deze voorwaarden hebt voldaan.

 

Subsidie aanvragen

Bij de aanvraag moet je aangeven welk percentage omzetdaling je verwacht, en in welke aaneengesloten periode van drie maanden. Ook moet je jouw rekeningnummer vermelden, deze moet gelijk zijn aan het rekeningnummer waarop je betalingen van de Belastingdienst ontvangt inzake loonheffingen.

 

Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moest je in het bezit zijn van een Nederlands bankrekeningnummer. Dit leverde veel problemen op voor buitenlandse werkgevers die slechts in het bezit zijn van een buitenlands rekeningnummer, en niet binnen afzienbare tijd een Nederlands bankrekeningnummer toegekend krijgen. Op 1 mei 2020 is de NOW-regeling op dit punt aangepast. Bepaald is dat ook werkgevers met een niet-Nederlands SEPA-bankrekeningnummer in aanmerking komen voor de subsidie. Zij dienen contact op te nemen met het UWV. Heb je als buitenlandse werkgever geen SEPA-bankrekeningnummer? In dat geval kun je de aanvraag later alsnog met dit nummer aanvullen. Een SEPA-bankrekeningnummer is aldus een vereiste om voor de NOW-regeling in aanmerking te komen.

 

De subsidieaanvraag is gekoppeld aan jouw loonheffingennummer. Indien je meerdere loonheffingennummers hebt, moet je voor ieder loonheffingennummer een aanvraag indienen.

 

Jouw (voorlopige) subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen 13 weken toe- of afgewezen (het voorschot wordt in de tussentijd reeds aan je betaald).

TVL Q1 2022

Tot en met donderdag 31 maart a.s. (17.00 uur) kan de Tegemoetkoming Vaste Lasten Q1 2022 worden aangevraagd bij de RVO. Dit is een tegemoetkoming in de vaste lasten over de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022 en kan zowel door mkb’ers als door grote ondernemingen worden aangevraagd.

 

Lees hieronder met welke voorwaarden je rekening moet houden.

 

Voorwaarden

Om voor de TVL Q1 2022 in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • Jouw bedrijf stond op 30 juni 2020 ingeschreven bij de KvK en heeft minimaal één vestiging in Nederland.
  • Je hebt tenminste 30% omzetdaling. Je berekent de omzetdaling door de omzet in de periode januari tot en met maart 2022 af te zetten tegen de referentieperiode januari tot en met maart 2019 of januari tot en met maart 2020. Je kunt hierbij kiezen voor de periode die voor jou het gunstigste is. Is jouw onderneming opgericht na 31 december 2018, maar voor 1 juli 2020 dan gelden afwijkende referentieperiodes. Deze vind je op de website van RVO.
  • Je hebt in de periode januari tot en met maart 2022 in totaal minimaal € 1.500 vaste lasten. De vaste lasten bereken je zo: omzet gekozen referentieperiode x aandeel vaste lasten in %. Het op jou van toepassing zijnde percentage aandeel vaste lasten vind je hier.
  • Je hebt na de ontvangst van TVL in totaal niet meer dan € 2.300.000 euro (bruto) aan overheidssteun ontvangen. Let op: Eventueel ontvangen NOW-subsidies tellen niet mee in het maximale bedrag van € 2.300.000 euro aan overheidssteun.
  • Jouw onderneming mocht niet in moeilijkheden verkeren op 31 december 2019. Wat dit precies inhoudt vind je hier.

 

Aanvullende voorwaarden

Voor enkele branches gelden nog aanvullende voorwaarden, de belangrijkste voorwaarden luiden als volgt:

  • Het maximale subsidiebedrag per kwartaal is € 550.000 voor mkb-bedrijven en € 600.000 voor grote ondernemingen (niet-mkb bedrijven).
  • Bij aanvragen vanaf € 25.000 is bij de aanvraag een derdenverklaring nodig indien de onderneming is ingeschreven tussen 16 maart en 30 juni 2020.
  • Bij aanvragen van € 125.000 of hoger wordt bij de aanvraag en bij de vaststelling gevraagd om het aanleveren van een accountantsproduct.
  • Ben je een grote onderneming (meer dan 250 fte in dienst of een netto-omzet van meer dan € 50 miljoen en een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen)? Dan moet je een verklaring afleggen dat je niet in financiële moeilijkheden zit en dien je bij de aanvraag en bij de vaststelling een overzicht van de tot de groep behorende ondernemingen aan te leveren. Zie ook de webpagina van RVO.

 

Twijfel je over het aanvragen van de TVL? Of heb je ondersteuning nodig bij de definitieve vaststelling? Neem gerust contact met ons op!

TVL Q4 2021 en definitieve vaststelling

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Q4 2021 kan worden aangevraagd bij de RVO. U kunt de TVL Q4 2021 subsidie aanvragen tot en met 28 januari 2022, 17.00 uur.

 

De TVL Q4 2021 bestaat uit een tegemoetkoming in de vaste lasten in de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2021 en kan zowel door mkb’ers als door grote ondernemingen worden aangevraagd.

 

Om voor de TVL Q4 2021 in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • Jouw bedrijf is vóór 30 juni 2020 opgericht en ingeschreven in het KVK Handelsregister.
  • Je hebt tenminste 20% omzetdaling. Je berekent de omzetdaling door omzet in de periode oktober tot en met december 2021 af te zetten tegen de referentieperiode oktober tot en met december 2019 of januari tot en met maart 2020. Je kunt hierbij kiezen voor de periode die voor jou het gunstigste is. Is jouw onderneming tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 opgericht? Dan gelden afwijkende referentieperiodes. Deze vind je op de website van RVO.
  • Je hebt in de periode juli tot en met september 2021 in totaal minimaal € 1.500 vaste lasten. De vaste lasten bereken je zo: omzet gekozen referentieperiode x aandeel vaste lasten in %. Het op jou van toepassing zijnde percentage aandeel vaste lasten vind je hier.
  • Je hebt na de ontvangst van TVL in totaal niet meer dan € 2.300.000 euro (bruto) aan overheidssteun ontvangen. Let op: Eventueel ontvangen NOW-subsidies tellen niet mee in het maximale bedrag van € 2.300.000 euro aan overheidssteun.
  • Jouw onderneming mocht niet in moeilijkheden verkeren op 31 december 2019. Wat dit precies inhoudt vind je hier.

 

Voor enkele branches gelden nog aanvullende voorwaarden, de belangrijkste voorwaarden luiden als volgt:

  • Het maximale subsidiebedrag per kwartaal is € 550.000 voor mkb-bedrijven en € 600.000 voor grote ondernemingen (niet-mkb bedrijven).
  • Bij aanvragen vanaf € 25.000 is bij de aanvraag een derdenverklaring nodig indien de onderneming is ingeschreven tussen 16 maart en 30 juni 2020.
  • Bij aanvragen van € 125.000 of hoger wordt bij de aanvraag en bij de vaststelling gevraagd om het aanleveren van een accountantsproduct.
  • Ben je een grote onderneming (meer dan 250 fte in dienst of een netto omzet van meer dan € 50 miljoen en een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen)? Dan moet je een verklaring afleggen dat je niet in financiële moeilijkheden zit, tevens moet je een overzicht aanleveren van de tot de groep behorende ondernemingen. Zie ook de webpagina van RVO.

 

Definitieve vaststelling

Indien je de TVL Q4 2021 subsidie hebt ontvangen, ontvang je e-mail van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met het verzoek tot definitieve vaststelling van de TVL Q4 2021. Het is nog niet bekend wanneer de definitieve vaststelling kan worden aangevraagd.

 

Let op: Als je geen bewijsstukken indient, moet je de ontvangen tegemoetkoming terugbetalen.

TVL Q3 2021 en definitieve vaststelling

Je kon in de periode van 31 augustus tot en met 29 oktober 2021 de TVL Q3 2021 aanvragen.

 

De TVL Q3 2021 bestaat uit een tegemoetkoming in de vaste lasten in de periode van 1 juli en met 30 september 2021 en kon zowel door mkb’ers als door grote ondernemingen worden aangevraagd.

 

Om voor de TVL Q3 2021 in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • Jouw bedrijf is vóór 30 juni 2020 opgericht en ingeschreven in het KVK Handelsregister.
  • Je hebt tenminste 30% omzetdaling. Je berekent de omzetdaling door omzet in de periode juli tot en met september 2021 af te zetten tegen de referentieperiode juli tot en met september 2019 of juli tot en met september 2020. Je kunt hierbij kiezen voor de periode die voor jou het gunstigste is. Is jouw onderneming tussen 1 april 2019 en 30 juni 2020 opgericht? Dan gelden afwijkende referentieperiodes. Deze vind je op de website van RVO.
  • Je hebt in de periode juli tot en met september 2021 in totaal minimaal € 1.500 vaste lasten. De vaste lasten bereken je zo: omzet gekozen referentieperiode x aandeel vaste lasten in %. Het op jou van toepassing zijnde percentage aandeel vaste lasten vind je hier.
  • Je hebt na de ontvangst van TVL in totaal niet meer dan € 1.800.000 euro (bruto) aan overheidssteun ontvangen. Let op: Eventueel ontvangen NOW-subsidies tellen niet mee in het maximale bedrag van € 1.800.000 euro aan overheidssteun.
  • Jouw onderneming mocht niet in moeilijkheden verkeren op 31 december 2019. Wat dit precies inhoudt vind je hier.

 

Voor enkele branches gelden nog aanvullende voorwaarden, de belangrijkste voorwaarden luiden als volgt:

  • Het maximale subsidiebedrag per kwartaal is € 550.000 voor mkb-bedrijven en € 600.000 voor grote ondernemingen (niet-mkb bedrijven).
  • Bij aanvragen vanaf € 25.000 is een derdenverklaring nodig indien de onderneming is ingeschreven tussen 16 maart en 30 juni 2020.
  • Bij aanvragen van € 125.000 of hoger wordt bij de aanvraag en bij de vaststelling gevraagd om het aanleveren van een accountantsproduct.
  • Ben je een grote onderneming (meer dan 250 fte in dienst of een netto omzet van meer dan € 50 miljoen en een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen)? Dan moet je een verklaring afleggen dat je niet in financiële moeilijkheden zit, tevens moet je een overzicht aanleveren van de tot de groep behorende ondernemingen. Zie ook de webpagina van RVO.

 

Definitieve vaststelling

Indien je de TVL Q3 2021 subsidie hebt ontvangen, ontvang je e-mail van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met het verzoek tot definitieve vaststelling van de TVL Q3 2021. De aanvraag tot definitieve vaststelling kan tot en met 1 april 2022 worden ingediend bij RVO.

 

Met de definitieve vaststelling dien je de omzet in de periode van 1 juli tot en met 30 september 2021 door te geven aan de RVO en de omzet met bewijsstukken te onderbouwen. Bij voorkeur onderbouw je de omzet met btw-aangiftes van het derde kwartaal van 2021. Als je de aangiften niet hebt of als je geen btw betaalt, dan mag je ook een pdf of uitdraai van jouw omzet over het derde kwartaal van 2021 uit jouw eigen boekhoudprogramma meesturen. Jouw bedrijfsnaam en de periodes moeten duidelijk zichtbaar zijn. Binnen 16 weken krijg je vervolgens bericht van de RVO over het definitieve bedrag waar je recht op hebt.

 

Let op: Als je geen bewijsstukken indient, moet je de ontvangen tegemoetkoming terugbetalen.

TVL Q2 2021 en definitieve vaststelling

Je kon in de periode van 25 juni tot en met 20 augustus 2021 de TVL Q2 2021 aanvragen.

 

De TVL Q2 2021 bestaat uit een tegemoetkoming in de vaste lasten in de periode van 1 april tot en met 30 juni 2021 en kon zowel door mkb’ers als door grote ondernemingen worden aangevraagd.

 

Om voor de TVL Q2 2021 in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • Jouw bedrijf is vóór 30 juni 2020 opgericht en ingeschreven in het KVK Handelsregister.
  • Je hebt tenminste 30% omzetdaling. Je berekent de omzetdaling door omzet in de periode april tot en met juni 2021 af te zetten tegen de referentieperiode april tot en met juni 2019 of juli tot en met september 2020. Je kunt hierbij kiezen voor de periode die voor jou het gunstigste is. Is jouw onderneming tussen 1 april 2019 en 30 juni 2020 opgericht? Dan gelden afwijkende referentieperiodes. Deze vind je op de website van RVO.
  • Je hebt in de periode april tot en met juni 2021 in totaal minimaal € 1.500 vaste lasten. De vaste lasten bereken je zo: omzet gekozen referentieperiode x aandeel vaste lasten in %. Het op jou van toepassing zijnde percentage aandeel vaste lasten vind je hier.
  • Je hebt na de ontvangst van TVL in totaal niet meer dan € 1.800.000 euro (bruto) aan overheidssteun ontvangen. Let op: Eventueel ontvangen NOW-subsidies tellen niet mee in het maximale bedrag van € 1.800.000 euro aan overheidssteun.
  • Jouw onderneming mocht niet in moeilijkheden verkeren op 31 december 2019. Wat dit precies inhoudt vind je hier.

 

Voor enkele branches gelden nog aanvullende voorwaarden, de belangrijkste voorwaarden luiden als volgt:

  • Het maximale subsidiebedrag per kwartaal is € 550.000 voor mkb-bedrijven en € 1.200.000 voor grote ondernemingen (niet-mkb bedrijven).
  • Bij aanvragen vanaf € 25.000 is een derdenverklaring nodig indien de onderneming is ingeschreven tussen 16 maart en 30 juni 2020.
  • Bij aanvragen van € 125.000 of hoger wordt bij de aanvraag en bij de vaststelling gevraagd om het aanleveren van een accountantsproduct.
  • Ben je een grote onderneming (meer dan 250 fte in dienst of een netto omzet van meer dan € 50 miljoen en een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen)? Dan moet je een verklaring afleggen dat je niet in financiële moeilijkheden zit, tevens moet je een overzicht aanleveren van de tot de groep behorende ondernemingen. Zie ook de webpagina van RVO.

 

Definitieve vaststelling

Indien je de TVL Q2 2021 subsidie hebt ontvangen, ontvang je e-mail van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met het verzoek tot definitieve vaststelling van de TVL Q2 2021. De aanvraag tot definitieve vaststelling kan tot en met 11 januari 2022 worden ingediend bij RVO.

 

Met de definitieve vaststelling dien je de omzet in de periode van 1 april tot en met 30 juni 2021 door te geven aan de RVO en de omzet met bewijsstukken te onderbouwen. Bij voorkeur onderbouw je de omzet met btw-aangiftes van het tweede kwartaal van 2021. Als je de aangiften niet hebt of als je geen btw betaalt, dan mag je ook een pdf of uitdraai van jouw omzet over het tweede kwartaal van 2021 uit jouw eigen boekhoudprogramma meesturen. Jouw bedrijfsnaam en de periodes moeten duidelijk zichtbaar zijn. Binnen 16 weken krijg je vervolgens bericht van de RVO over het definitieve bedrag waar je recht op hebt.

 

Let op: Als je geen bewijsstukken indient, moet je de ontvangen tegemoetkoming terugbetalen.

Uitstel van betaling belasting en melding betalingsonmacht

Als er liquiditeitskrapte ontstaat, bestaat de mogelijkheid om uitstel van betaling van belasting aan te vragen. Ondernemers kunnen bijzonder uitstel van betaling krijgen voor diverse belastingen. De voorwaarden voor het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling zijn wegens de coronacrisis versoepeld.

 

Belastingsoorten

Het versoepelde uitstel geldt voor de volgende belastingen en heffingen:

 

  • inkomstenbelasting
  • loonbelasting
  • vennootschapsbelasting
  • omzetbelasting (btw)
  • kansspelbelasting
  • assurantiebelasting
  • verhuurderheffing
  • milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting,
    afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater)
  • accijns (minerale oliën, alcohol en tabak)
  • verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
  • inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
  • BPM voor vergunninghouders (vanaf tijdvak mei 2020)

 

De dividendbelasting is expliciet uitgezonderd van het versoepelde uitstelbeleid, omdat het uitkeren van dividenden de liquiditeitspositie van bedrijven juist verzwakt. Het kabinet roept bedrijven op voorlopig geen dividenden uit te keren. Ook zijn de omzetbelasting, de accijnzen, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de kolenbelasting voor zover deze belastingen worden geheven met toepassing van de douanewetgeving ter zake van de invoer uitgezonderd.

 

Verzoek na ontvangst (naheffings)aanslag

Iedere ondernemer die door de coronacrisis in financiële problemen is gekomen komt in aanmerking voor uitstel van betaling van zijn belastingschuld. Uitstel kan worden aangevraagd nadat aangifte is gedaan en een (naheffings)aanslag is ontvangen. Een verzoek om uitstel van betaling dat gedaan wordt vóórdat er een (naheffings)aanslag is opgelegd, kan de Belastingdienst niet in behandeling nemen en moet opnieuw worden ingediend.

 

Het verzoek om betalingsuitstel kan worden gedaan nadat een belastingaanslag is opgelegd voor één van de belastingsoorten waarvoor het versoepelde uitstel geldt. Een verzoek om uitstel geldt dan voor alle openstaande en nog op te leggen belastingaanslagen voor alle belastingsoorten waarvoor versoepelde uitstel geldt.

 

Je kunt desgewenst een belastingaanslag betalen, als uitstel niet nodig is.

 

Per online formulier of brief

Het uitstel kan zowel met een online formulier als
per brief worden aangevraagd.

 

Betalingsuitstel tot 1 februari 2022

Had je al bijzonder uitstel tot 1 oktober 2021 en is jouw belastingschuld nog niet volledig betaald? Dan wordt dit bijzonder uitstel automatisch verlengd tot 1 februari 2022. Op dit moment hoef je niets te doen.

 

Had je al bijzonder uitstel tot 1 oktober 2021 maar heb je jouw belastingschuld al volledig betaald? Dan is het mogelijk om opnieuw bijzonder uitstel aan te vragen tot en met 31 januari 2022.

 

Heb je nog niet eerder bijzonder uitstel aangevraagd? Ook dan is het mogelijk om uitstel aan te vragen tot en met 31 januari 2022.

 

Intrekking uitstel

Het verleende bijzondere uitstel van betaling heeft een tijdelijk karakter. De Belastingdienst trekt het in zodra de omstandigheden dit mogelijk maken. Dit kan het geval zijn als het kabinet de beperkingen opheft voor de branche waarin de ondernemer verkeert. Intrekking voor 1 februari 2022 is in ieder geval niet aan de orde.

 

Voor intrekking krijgt de ondernemer de gelegenheid om een passende betalingsregeling af te sluiten die niet gebonden is aan een maximumtermijn of aan andere eisen die in het reguliere uitstelbeleid worden gesteld. Het kabinet beraadt zich over het op een verantwoorde manier intrekken van het uitstel van betaling en voor de vormgeving van de betalingsregeling.

 

Verlaging van jouw voorlopige aanslag IB/VPB 2021

Uiteraard bestaat daarnaast altijd de mogelijkheid om de voorlopige aanslag inkomstenbelasting en/of vennootschapsbelasting te verlagen middels het online portaal van de Belastingdienst. Dan betaal je over het lopende boekjaar ook acuut minder belasting. Het kan ook zo zijn dat het bedrag van de nieuwe voorlopige aanslag lager is dan de belasting die je in de eerste maanden van dit jaar al hebt betaald. In dat geval krijg je het verschil uitbetaald.

 

Geen boete

Bij aanvraag van bijzonder betalingsuitstel zal de belastingdienst de komende tijd automatisch de verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen terugdraaien. Ondernemers hoeven de boete niet te betalen en ook geen afzonderlijk bezwaarschrift tegen de boete in te dienen.

 

Het komt echter ook voor dat ondernemers niet tijdig hebben kunnen betalen door de coronacrisis, maar dat hun financiële positie tegen de tijd dat zij de naheffingsaanslag ontvangen zodanig is verbeterd dat zij op dat moment geen nader uitstel van betaling meer nodig hebben en dus ook niet officieel uitstel van betaling hoeven aan te vragen. De Belastingdienst vernietigt ook in die gevallen de betalingsverzuimboete, mits de ondernemer de naheffingsaanslag tijdig betaalt. Bezwaar maken tegen de betalingsverzuimboete is niet nodig.

 

Tijdelijke verlaging belastingrente en invorderingsrente

Daarnaast vindt er een verlaging plaats van
de invorderingsrente en de belastingrente:

  • de invorderingsrente is met ingang van 23 maart 2020 tijdelijk verlaagd van 4% naar 0,01%. De invorderingsrente gaat na 30 juni 2022 stapsgewijs terug naar het oude niveau. Op 1 juli 2022 wordt het percentage invorderingsrente op 1% vastgesteld, op 1 januari 2023 op 2%, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4% op 1 januari 2024.
  • de belastingrente is met ingang van 1 juni 2020 tijdelijk verlaagd van 8% voor de vennootschapsbelasting en 4% voor de overige belastingen, naar 0,01% (voor de inkomstenbelasting met ingang van 1 juli 2020). Vanaf 1 oktober 2020 is het tarief van de belastingrente 4% voor alle belastingen. Dit geldt dus ook voor de vennootschapsbelasting, die tot en met 31 december 2021 niet teruggaat naar het oude tarief van 8%.

 

Melding betalingsonmacht

De Belastingdienst heeft het beleid omtrent de melding betalingsonmacht op 8 april 2020 gewijzigd. Voor een commerciële onderneming die een rechtspersoon is en onder de vennootschapsbelasting valt, wordt het uitstelverzoek voor loonheffingen en/of omzetbelasting (btw) door de belastingdienst ook als een melding betalingsonmacht aangemerkt. De melding hoeft niet meer afzonderlijk te worden gedaan. Dit geldt voor zowel de al verstreken als voor de toekomstige tijdvakken. De melding wordt bovendien rechtsgeldig geacht, tenzij achteraf blijkt dat de betalingsonmacht niet hoofdzakelijk verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis. Het nieuwe beleid geldt voor aangiftetijdvakken die eindigen na 1 februari 2020.

 

Uitstelbeleid

Het versoepelde uitstelbeleid gold aanvankelijk tot 1 oktober 2021. Het kabinet heeft deze einddatum verschoven naar 1 februari 2022. Heb je hulp nodig bij het aanvragen van uitstel van belastingbetaling, het doen van de melding betalingsonmacht en/of bij de aanvraag van vermindering van de voorlopige aanslag, neem dan contact op met jouw eigen accountant/fiscalist van BonsenReuling.

 

Betalingsregeling

Op 1 oktober 2022 begin je met het afbetalen van de belastingschuld die je tijdens het bijzonder uitstel hebt opgebouwd voor de belastingen waarvoor je bijzonder uitstel had. Je krijgt hiervoor een betalingsregeling van 60 maanden. Hierover word je te zijner tijd nader geïnformeerd vanuit de Belastingdienst.

mr. Hester van Seventer

Senior jurist

0481-36 58 20 h.van.seventer@bonsenreuling.nl Stuur een bericht

Meer weten over wat we allemaal doen?

Plan een afspraak met één van onze specialisten.