De staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) concludeert dat de rentevergoeding niet kan zijn gebaseerd op het door het hof genoemde artikel van het EVRM. Dat artikel is alleen van toepassing in procedures voor het EHRM.

 

De AG is van mening dat op grond van een ander artikel van het EVRM een vergoeding van schade niet zonder meer mag worden uitgesloten. Volgens de AG dient de belastingrechter de fiscale renteregelingen buiten toepassing te laten en de wettelijke rente over de teruggaaf te vergoeden. De AG merkt op dat het belastingrentepercentage mede gebaseerd is op budgettaire motieven en dus ook op andere overwegingen dan alleen de vergoeding van waardeverlies van geld door tijdsverloop.

 

De conclusie van de AG is dat de Hoge Raad de zaak kan afdoen door een vergoeding toe te kennen op basis van de wettelijke rente.

 

 

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR20231191, 23/00771 | 21-12-2023